Waarom Aston Martin juicht nu het eindelijk breekt met Mercedes in 2026
In dit artikel:
Aston Martin stapt in 2026 over op een exclusieve motorlevering door Honda, waardoor het Britse team afscheid neemt van Mercedes‑krachtbronnen. De deal geeft meer ontwikkelmogelijkheden voor coureurs Fernando Alonso en Lance Stroll omdat Aston Martin nu als fabriekspartner direct kan samenwerken met Honda‑ingenieurs in plaats van een motor als black box te ontvangen.
Honda beëindigt daarmee na zeven à acht jaar de samenwerking met Red Bull (inclusief Toro Rosso) — Red Bull gaat vanaf 2026 samen met Ford een eigen powerunit bouwen. Laurent Mekies waarschuwde eerder al dat Red Bull niet onmiddellijk motorisch op hetzelfde niveau als concurrenten zal zitten, iets waar fans ongerust over zijn.
Aston Martin‑CEO Andy Cowell legde in Autosport uit waarom de overgang naar een fabrieksteam essentieel is: in een nauwere samenwerking kun je alle systemen openlijk bespreken en optimaliseren met één gemeenschappelijke maatstaf — rondetijd. Dat betekent dat aspecten als massa, warmteafvoer, brandstofverbruik, zwaartepunt en aerodynamische integratie direct worden vertaald naar wat tijd op de baan oplevert.
Cowell benadrukt dat het ontwerpen van een concept maar de helft is; het omzetten naar een betrouwbaar ontwerp dat op de testbank (dyno) presteert is de echte uitdaging. Volgens hem heeft het team al positieve eigenschappen gezien — lage warmteafvoer, gunstige stroomsnelheden, laag pompvermogen, goed koppel en efficiënte elektrische systemen — maar het samenbrengen van al die elementen in een compacte, werkende powerunit is waar de zoektocht nu om draait.
Kortom: Aston Martin zoekt met Honda naar diepere technische integratie om rondetijd te winnen, terwijl Red Bull een nieuwe weg inslaat met Ford.