Verstappen steekt Mercedes en Ferrari naar de kroon in strijd om miljoenen

In dit artikel:

McLaren heeft de constructeurstitel al veiliggesteld, maar de hete strijd om plaats twee woedt nog tussen Ferrari, Mercedes en Red Bull — alle drie binnen tien punten van elkaar. Ferrari leidt met 356 punten, Mercedes volgt op 355 en Red Bull staat op 346. Tegelijkertijd is Max Verstappen terug als kanshebber voor de rijderstitel: hij kwam 36 punten achter te staan vóór de Grand Prix van Brazilië, met nog vier races en twee sprintraces te gaan, waardoor de aandacht sterk naar dat individuele kampioenschap verschuift.

Voor Red Bull is de jacht op de constructeurspunten extra relevant omdat Verstappen de afgelopen weken vaak meer punten scoorde dan de concurrenten, en Red Bulls tweede coureur (Yuki Tsunoda) tot nu toe niet altijd meekwam met het niveau van zijn teamgenoot. Die prestaties maken een inhaalrace richting P2 realistisch en haalbaar in de slotfase van het seizoen.

Het belang van die tweede plek is niet alleen sportief: er hangt veel geld aan vast. Liberty Media verdeelt een groot deel van de totale Formule 1-omzet als prijzengeld onder de teams volgens een aflopende percentageschaal. Op basis van schattingen uit 2024 (waarbij ongeveer 45% van een geraamde omzet van 1,15 miljard dollar werd uitgekeerd) ontvingen McLaren, Ferrari en Red Bull respectievelijk circa 161, 151 en 140 miljoen dollar. Het verschil tussen P2 en P3 was daarmee al ongeveer tien miljoen dollar; een positie winst in de eindrangschikking kan dit seizoen naar schatting 10–15 miljoen extra opleveren — en mogelijk meer als Liberty’s inkomsten stijgen.

De exacte uitkeringen variëren per jaar en hangen af van Liberty’s totale inkomsten, die niet volledig openbaar zijn. Voor teams is die extra instroom belangrijk om budgetten te vullen, ontwikkeling te bekostigen en zich voor te bereiden op komende reglementen, waardoor de eindsprint om de posities niet alleen om prestige, maar ook om wezenlijke financiële consequenties draait.