SPECIAL: Romain Dumas gaat avontuur in de Dakar 2026 aan in de Ford Raptor T1+
In dit artikel:
Romain Dumas, 47-jarige Fransman en veelzijdig autocoureur, bereidt zich met Ford voor op twee woestijnuitdagingen: de Baja 1000 in Mexico (november 2025) en de Dakar Rally 2026. Na een testsessie in Marokko reisde hij bijna middernacht door naar het vliegveld; de planning is druk en vaak improviserend — de beslissing om aan Baja mee te doen kwam pas in september en hij testte de pick-up één keer met teamgenoot Brad Lovell. Voor Baja stapt Dumas in een competitieversie van de Ford Ranger Raptor en rijdt hij de openingsetappe voordat hij het stuur overdraagt aan teamgenoten. Voor Dakar bereidt hij zich voor in de Ford Raptor T1+, een V8-prototype ontworpen voor rallyraid.
Dumas’ loopbaan leest als een rondreis door de autosport: drievoudig Le Mans-winnaar, recordhouder en winnaar van de Pikes Peak International Hill Climb, zeges op circuits als Spa en Sebring en demonstraties met elektrische prototypes zoals de SuperVan–projecten van Ford. Die ervaring maakt hem aantrekkelijk voor Ford, dat inzet op rijders die circuitlessen kunnen vertalen naar commerciële en offroadprojecten.
Toch geeft Dumas toe dat woestijnrally’s hem het meest uit zijn comfortzone halen. Waar circuitracen grotendeels voorspelbaar en meetbaar is, zit rallyraid vol onvoorspelbare elementen — navigatiefouten, steenvelden, zandstromen en veranderende routes — waardoor aankomen op zich vaak al een prestatie is. Ondanks zijn palmares noemt hij zichzelf bij deze discipline weer een “rookie”: de techniek, het rijden in een productiewagen versus een prototype, en vooral het werken met een navigator maken het werk wezenlijk anders dan solo-uithoudingsproeven of korte heuvelklimmen.
Strategisch koos Dumas voor een Amerikaanse co-piloot bij Baja om zich te laten leiden door iemand met lokale woestijnkennis en een bekwaam tempo. Hij omschrijft de twee auto’s als geheel verschillende instrumenten — de Ranger vraagt beheerste rust, de T1+ precisie in chaos — en benadrukt zijn bescheiden doelstelling: leren en beter worden, ongeacht zijn reputatie.
Zijn carrière past in een traditie van allrounders (denk aan Andretti of Gurney) die niet grenzen trokken tussen disciplines maar het racen als continuüm zagen. Met nieuwe projecten voor Ford en zijn terugkeer naar de duinen schrijft Dumas verder aan een erfenis van veelzijdigheid: zelfs na tientallen successen zoekt hij op latere leeftijd de onbekende startlijn opnieuw op — dit keer in de grootste woestijnen ter wereld.