Red Bull-problemen leggen ingewikkeld knelpunt bloot: "Het is altijd een gok"
In dit artikel:
Max Verstappen en Red Bull kregen in Brazilië flinke kopzorgen, maar wisten die tijdens de race op Interlagos alsnog om te buigen tot een podiumplaats. Na een mislukte kwalificatie moest Verstappen vanuit de pitstraat aanvangen, maar door aanpassingen in de setup en een sterke race viel een derde plaats te rapen. In de nieuwste RacingNews365-podcast wijst Rudy van Buren echter op een structureel knelpunt dat het weekeinde onderstreepte: het extreem smalle werkvenster van de auto.
Van Buren legt uit dat juist sprintweekenden extra risico’s met zich meebrengen. Na een sprintkwalificatie en sprintrace moet een team kiezen welke richting ze qua balans en afstemming inslaan — een keuze die op Interlagos verkeerd uitpakte. Tijdens de kwalificatie voor de hoofdrace kreeg Verstappen in bocht negen plots overstuur in zijn eerste echte pushronde; daardoor waren zijn banden voor de tweede poging te veel afgewerkt om alsnog een goede tijd neer te zetten. Tegelijk zag Van Buren dat de balans in de daadwerkelijke race wél veel beter was, wat aantoont hoe klein technische marges kunnen zijn en hoe details bepalen of een setup werkt.
Daarnaast spelen banden- en temperatuurgedrag een rol: teams verschillen sterk in hoe snel en gelijkmatig bandentemperatuur oploopt — McLaren, Mercedes en Red Bull ervaren elk hun eigen sterke en zwakke punten afhankelijk van de omstandigheden. Ruud Dimmers en Red Bull-adviseur Helmut Marko wezen ook op de al langer bestaande correlatieproblemen tussen windtunnel, simulaties en wat zich op de baan voordoet. Van Buren benadrukt dat die mismatch niet uniek is voor Red Bull en verwacht dat de uitdaging volgend jaar (met nieuwe reglementen en een andere auto vanaf 2026) voor alle teams groter wordt. Tot die tijd blijven flowvis-tests en praktijkdata cruciaal om computermodellen te verifiëren.
Kort samengevat: Interlagos toonde aan hoe fragiel de marge is tussen succes en falen bij topteams — een combinatie van setupkeuzes, bandengedrag en imperfecte simulatiecorrelatie bepaalt soms het verschil tussen starten uit de pitstraat of van de frontrijen.