McLaren kampte met dilemma na incident Lando Norris en Oscar Piastri: "Ze wisten niet hoe de auto zou reageren"
In dit artikel:
Bij de sprint in Austin raakten McLaren-coureurs Oscar Piastri en Lando Norris elkaar in de eerste bocht, waardoor beide auto’s uitvielen en het team cruciale set-updata misliep. Door dat gebrek aan informatie over hoe de MCL39 zich bij verschillende rijhoogtes zou gedragen op het hobbelige Circuit of the Americas, koos McLaren voor de hoofdrace voor een veiligere, hogere rijhoogte — ten koste van prestaties, aldus Sky F1-verslaggever Ted Kravitz.
McLaren leek in Austin in het voordeel vanwege de hoge temperaturen, een situatie waarin de MCL39 normaliter goed omgaat met thermische bandenafbraak. Die verwachtingen kwamen niet uit: Red Bull had de afstelling wel op orde; Max Verstappen won de sprint en ook de hoofdrace, terwijl Norris zondag als tweede eindigde en Piastri teleurstellend vijfde werd. Omdat de sprintuitval data over rijhoogte ontbrak, durfde McLaren de auto's niet laag genoeg neer te zetten om maximale downforce te halen zonder het risico op overtollige slijtage van de skid block (en eventuele diskwalificatie) te lopen.
De zaak valt in bredere context: McLaren werd begin deze maand nog constructeurskampioen, maar presteert sindsdien minder overtuigend — de laatste zege was eind augustus in Zandvoort — terwijl Verstappen drie van de laatste vier races won en nu op ongeveer veertig punten van Piastri staat met nog vijf raceweekenden te gaan. Het incident in Austin benadrukt hoe gevoelig de balans rond rijhoogte is op een hobbelig circuit: te laag betekent meer downforce, te laag betekent ook risico op slijtage van de legaliteitsplank (Hamilton en Leclerc werden in 2023 al om die reden gediskwalificeerd). Omdat McLaren die cruciale referenties miste, moest het team bewust inleveren op snelheid; Red Bull profiteerde optimaal van het verschil in kennis en afstelling.