McLaren eist FIA onderzoek naar motorwissel Max Verstappen in Brazilië
In dit artikel:
McLaren-teambaas Andrea Stella uitte na de Grand Prix van Brazilië twijfels over de manier waarop Red Bull de motor van Max Verstappen heeft vervangen. Tijdens het raceweekend in São Paulo besloot Red Bull na een slechte kwalificatie de krachtbron en afstelling van Verstappens RB21 aan te passen; daardoor moest hij vanuit de pitstraat starten, maar hij werkte zich alsnog naar een derde plek op.
Stella zegt dat het motorwissel niet per se illegaal lijkt, maar wel vragen oproept over het internationale kostenplafond van de Formule 1. Teams mogen maximaal 135 miljoen dollar per jaar uitgeven en volgens de McLaren-baas zou een wissel die primair gericht is op extra prestaties in principe onder dat plafond moeten vallen. Hij roept de FIA op te onderzoeken of de gemaakte kosten voor deze ingreep zijn meegenomen in Red Bulls boekhouding.
In het gesprek met The-Race verwees Stella naar de gangbare redenen om motoren te vervangen — voorzorg, defect, slijtage of om meer pk’s te halen — en benadrukte dat motoren doorgaans niet snel doorrijden aan vermogen verliezen. Daarom zou het vreemd zijn om bewust een motor in te zetten waarmee je positie verliest (pitstraatstart) óm daarna meer vermogen te benutten, tenzij daar expliciet budget voor is geboekt.
De kern van Stella’s kritiek is dus niet zozeer het sportieve resultaat van Verstappens comeback, maar de mogelijke financiële en regeltechnische precedentwerking: als prestatiegerichte motorwissels niet onder het budgetplafond worden gerekend, ontstaan er scheve verhoudingen tussen teams. Hij roept de toezichthouder op dat soort ingrepen helder te classificeren zodat de regels en de intentie van het kostenplafond gewaarborgd blijven.