Ferrari-emmer Leclerc loopt langzaam over

In dit artikel:

Charles Leclerc zit in zijn zevende seizoen bij Ferrari, maar strijdt nog altijd niet mee tot de laatste race om de wereldtitel — en tijdens het magere 2025 lijkt zijn geduld steeds dunner te worden. De Monegask brak in 2018 snel door bij Alfa Romeo en haalde meteen een Ferrari-stoel; sindsdien werd van hem verwacht dat hij de Scuderia terug naar kampioenschappen zou leiden. Dat grote succes bleef echter uit. Zijn beste kans had hij in 2022, totdat Red Bull en Max Verstappen het initiatief overnamen en technische problemen plus strategische fouten Ferrari de das om deden.

Na ingrijpende veranderingen binnen de teamleiding, onder meer de komst van teambaas Fred Vasseur, leek er weer vooruitgang te komen: in 2024 won Leclerc onder andere in Monaco en Italië en Ferrari streed tot het einde om de constructeurstitel. Met de komst van Lewis Hamilton in 2025 hoopte men op de definitieve doorbraak. Die verwachting heeft zich niet bewezen. Tot nu toe boekte Ferrari in 2025 geen enkele Grand Prixzege; alleen een sprintracewinst in China is het relatief magere succes. De SF-25 loopt structureel tempo mis ten opzichte van McLaren en geslaagde updates blijven uit, terwijl concurrenten — met name Red Bull — wel vooruitgang boeken.

Het raceweekend in Singapore maakte de malaise pijnlijk zichtbaar: Ferrari kon niet meekomen met Mercedes, Red Bull en McLaren, beide Ferrari-coureurs moesten al vroeg remmen laten afkoelen en bij Hamilton faalde zelfs een remonderdeel. Leclerc toonde openlijk zijn frustratie en omschreef zichzelf als "een passagier in de eigen auto", en geeft aan geen rekening meer te houden met successen dit seizoen. Dat gebrek aan vertrouwen valt op, ondanks dat 2026 met nieuwe reglementen kansen biedt.

Leclerc is nog langjarig gebonden aan Ferrari en blijft formeel in 2026 aan boord, maar het artikel suggereert dat hij bij tegenvallende prestaties rond die periode wel om zich heen zal kijken. Ferrari staat voor de keuze: snel een competitieve auto leveren om het vertrouwen van hun “wonderkind” te herstellen, anders riskeren ze uiteindelijke uitval van een van de weinige coureurs die aantoonbaar kampioenskansen heeft.