F1-kampioen uit seizoen geschrapt na controversiële straf van FIA - terugblik

In dit artikel:

Op 26 oktober 1997 vond tijdens de Grand Prix van Europa in Jerez een beslissend en omstreden moment plaats tussen Michael Schumacher (Ferrari) en Jacques Villeneuve (Williams). Schumacher had vooraf één punt voorsprong; in ronde 48, bij de Dry Sack-bocht, probeerde Villeneuve met nieuwere banden aan de binnenzijde te passeren. Schumacher stuurde naar binnen en raakte de Williams, schoof de grindbak in en zag daarmee zijn kans op de titel verdwijnen. Villeneuve kon doorrijden en werd als derde geklasseerd, wat genoeg bleek voor zijn eerste wereldtitel.

Aanvankelijk bestempelden de stewards de botsing als een ‘race-incident’, maar tv-herhalingen en nader onderzoek leidden tot heropening van de zaak door de FIA. President Max Mosley stelde dat het een instinctieve actie was en dat, als het voorbedacht was geweest, de straf zwaarder zou zijn. Op 11 november 1997 oordeelde de FIA alsnog dat Schumacher bewust had gehandeld; hij werd uitgesloten uit het wereldkampioenschap 1997—zijn tweede plaats werd geschrapt, hoewel zijn overwinningen en raceresultaten in de statistieken bleven staan.

In plaats van een schorsing kreeg Schumacher de verplichting van zeven dagen deelname aan een verkeersveiligheidscampagne in 1998. Door de diskwalificatie schoof Heinz-Harald Frentzen op naar de tweede plaats en behaalde Williams een 1-2 in het kampioenschap; Ferrari eindigde als constructeursrunner-up. De botsing bevestigde Schumachers reputatie als een coureur die onder druk tot het uiterste ging, terwijl Villeneuve officieel als kampioen werd bekroond.