Defender Dakar D7X-R rallyauto voltooit succesvolle, loodzware woestijntest
In dit artikel:
Defender bereidt zich nadrukkelijk voor op deelname aan de Dakar Rally 2026 en het World Rally‑Raid Championship (W2RC) met drie D7X‑R rallyauto’s. De D7X‑R is afgeleid van de productie‑Defender OCTA en is ontwikkeld voor de nieuwe ‘Stock’-klasse voor op serievoertuigen gebaseerde rallyauto’s, als podium om de degelijkheid en capaciteiten van Defender te tonen.
De auto’s delen het D7x‑aluminiumplatform, aandrijflijn en transmissie met de reguliere Defender en hebben dezelfde 4,4 liter twin‑turbo V8. Carrosserieën komen van JLR’s fabriek in Nitra (Slowakije); de uiteindelijke rally‑opbouw gebeurde in het Verenigd Koninkrijk.
De zwaarste test tot nu toe vond plaats nabij Erfoud, Marokko: rallyteams legden duizenden kilometers af over duinen, rotsvlaktes en snelle zandpaden—etappes die bewust waren ontworpen om het Dakar‑niveau te simuleren. Topcoureurs Stéphane Peterhansel, Sara Price en Rokas Baciuška namen deel; navigatoren oefenden met digitale roadbooks, waarbij de route kort voor de etappestart bekendgemaakt werd, net als bij Dakar.
Ian James is aangesteld als Team Principal van Defender Rally en leidt het driejarige programma; hij kwam over van McLaren Electric Racing en is ook Managing Director van JLR Motorsport. Volgens Defender is deelname bedoeld om de robuustheid en duurzaamheid van de nieuwe Defender OCTA op het hoogste rally‑raamwerk te demonstreren. Deelnemen aan Dakar 2026 (start in Yanbu) is het belangrijkste doel dit seizoen.